dinsdag 29 november 2011

For the power and the glory!

Dit is verreweg de meest epische en glorieuze blog die ik ooit maakte. Ik bestempel hem dan ook tot Power Metal special! Ok, Insomnium hoort er niet in thuis, maar verder alleen power metal! Alle haters kunnen mijn rug op, Power metal is episch! Niks beter dan supersnelle twinkicks, flitsende solos, een wagonlading aan toetsen en hoge mannenzang over draken, zwaarden en ridders.
In de Jukebox daarom ook een lading Power metal die niemand kent maar wel supergoed is!

REVIEWS

Insomnium – One For Sorrow

Het Finse melodic death metal ensemble Insomnium hoeft zich allang niet meer te bewijzen. Door hard werken, veel touren en sterke albums uit te brengen is de band uit Joensuu inmiddels een vaste waarde in de Finse metalscene. De melodische riffs worden steevas doorspekt met dat typisch Finse gevoel voor melancholie dat we ook vinden bij oa. Charon en Amorphis.

One For Sorrow is het zesde album en heeft de twijfelachtige eer het heerlijke Across The Dark te overtreffen. Na het mooie intro Enertia knalt Through The Shadows uit je speakers met een heerlijk headbangbare riff. In het refrein is een verandering merkbaar; de cleane zang van Ville Friman is terug. Song Of The Blackest Bird is een lang uitgesponnen nummer, met een rustiek middenstuk alvorens naar een super thrashy stuk over te gaan. Op de achtergrond speelt een keyboard een stukje mee.
Every Hour Wounds is een heerlijk melodisch metalnummer met een sterk refrein. Na het instrumentaaltje Decoherence krijgen we Lay The Ghost To Rest, een lang nummer met verschillende delen. Op zich aardig, maar het blijft minder hangen dan de vorige nummers. Er had meer ingezeten en nu lijkt het nummer nergens heen te gaan. Regain The Fire en de afsluitende titeltrack zijn dan beide sterke nummers. Ironisch genoeg is de bonustrack Weather The Storm (met Mikael Stanne van Dark Tranquillity) een van de beste nummers van het album. Waarom het niet op de reguliere editie staat is me een raadsel.

Insomnium levert weer kwaliteit, maar de progressie van de voorgaande albums is weg. Het is alsof de heren hun stijl gevonden hebben. Niks mis mee verder hoor. Wel jammer is het feit dat de zang van Niillo Sevänen een beetje verdrinkt in de mix. Hij had best iets harder gemogen, of de gitaren zachter, want zijn diepe grunt is soms onverstaanbaar, zelfs met de teksten erbij. Toch is One For Sorrow een gaaf album geworden. Prachtige teksten, mooie muziek en dat is toch alles wat we vragen?

89/100


Ancient Bards – Soulless Child

Deze Italiaanse band wist me twee jaar geleden zeer aangenaam te verassen met hun eerste album The Alliance Of The Kings. Snelle op Rhapsody geschoeide power metal met dikke symfonische arrangementen met zangeres Sara Squadriani en bassist Martino Garattoni in de hoofdrol.
Het tweede album laat een gegroeide band horen met een eigener geluid dan voorheen.

Natuurlijk krijgen we een instrumentaal intro als eerste track en een woest metalnummer als tweede. Ik begin meteen met het slechte aan dit album: het is een dikke opsomming van clichés uit de power metal scene. Van de hoge zang tot de roffelende drums en de teksten die een verhaal vertellen aan toe. Maar dit concept kan goed en slecht uitgevoerd worden en Ancient Bards doet het zeer goed. Pakkende melodieën en veel toetsen maar toch wordt de gitaar niet vergeten en krijgen we een paar flinke solo’s om onze kiezen.
Gates Of Noland ‘steelt’ een melodietje van Bach en maar heeft wel een eigen gezicht en dikke koren in het refrein. De zang van Sara is weer top, maar in de uithalen zit ze soms net tegen de toon aan te zingen. All That Is True is een nummer van bijna tien minuten, dat zeer ballad-achtig begint, maar al snel aanzwelt en akoestische passages afwisseld met metalstukken.
Valiant Ride is net zo glorieus als de titel doet vermoeden, alle clichés in één nummer, dat is toch een kunst. Maar het is ook één van de beste nummers dus wat mij betreft mogen ze.
Op Through My Veins zingt een heerschap mee. Nou ja, zingt...hij schreeuwt. Een zeer snel nummer met een lekkere solo.
Het afsluitende Hope Dies Last duurt vrijwel een kwartier en er gebeurd verschrikkelijk veel in!
Het begint langzaam, als een powerballad maar bouwt halverwege op naar een climax en een solo. Natuurlijk wordt er afgesloten met een episch symfonisch outro, met tekst die je hongerig achterlaat. Hongerig naar het vervolg dus.

Soulless Child is de overtreffende trap van het debuut. Alles is meer en beter. Behalve het accent van Sara Squadriani, haar Engels is stukken beter! Dit is een bovengemiddeld power metal album, maar de opsomming van clichés en relatieve voorspelbaarheid speelt het parten. Wellicht dat op het volgende album een stap verder van het standaard geluid wordt genomen, want op deze manier kan deze band nog wel eens verdrinken in de zee van releases elke maand. En dat zou zonde zijn van hun duidelijk aanwezige talent. En met Rhapsody in twee stukken zou Ancient Bards nog best wel eens de vaandeldragers van de Italiaanse power metal kunnen worden.

84/100


Dragonland – Under The Grey Banner

Power metal uit Zweden, dat zie je niet zo vaak. Gelukkig is de symfonische power metal van Dragonland zeer goed in elkaar gezet. De band begon op de eerste twee album met een fantasy-saga, om daarna over te gaan naar teksten over de ruimte, astrology en sterren. Met Under The Grey Banner komt er een vervolg op de saga van toen en aan de muziek is merkbaar dat dit zo is; die is namelijk weer een stuk symfonischer geworden.

Na het keltisch klinkende intro begint Shadow Of The Mithril Mountains met een vrouwelijke stem die het verhaal inleidt waarna er keihard plankgas wordt gegeven. Dragonland klinkt epischer en symfonischer dan ooit op dit album. De mix is perfect, alle instrumenten kunnen gehoord worden. De zang van Jonas Heigerdt is uitstekend. Hij zingt hoog, maar heeft genoeg power om de muziek de nodige ballen te geven. In Fire and Brimstone, Throne Of Bones en de titeltrack zingt musicalacteur Fred Johanson mee. Zijn diepe, heldere stem is een leuke afwisseling.
De meezingfactor ligt enorm hoog, nummers als A Thousand Towers White, The Black Mare en Fire And Brimstone smeken erom meegezongen te worden. De speedfreaks onder ons zullen zeker weten klaarkomen op het verwoestende The Trials Of Mount Farnor. Een razernij van riffs en bassdrums vliegt je om de oren. Natuurlijk is er ook een rustmomentje nodig. Daarvoor is het akoestische Lady Of Goldenwood opgenomen. Een keltisch aandoend deuntje, waarop Amaranthe-zangeres Elise Ryd meezingt. Hoewel de dubbele bassdrums wel meedoen geeft haar zang samen met de akoestische gitaren de track net dat beetje fragiliteit dat het nodig heeft. Durnir’s Forge is ook een langzaam nummer, maar bevat epische toetsen en een stoer refrein. Halverwege wordt het nummer progressiever en na de mooie solo zit er zowaar een Episch Mannenkoor in!
De titeltrack is het laatste nummer en begint met een stampende riff. Al snel gaat de snelheidsmeter weer naar elf en worden alle registers opengetrokken. Een monsterlijke grunt doet zijn intrede (door één van de zangers van Amaranthe) en er duiken zelfs blastbeats op. Op het laatst wordt even gas terug genomen maar dan gaat de track over in het laatste nummer, het orkestrale Ivory Shores. Elise Ryd zingt nog even mee, maar het album eindigt zoals een pure symfonie.

Wauw. Dat is de indruk die dit album achterlaat. Werkelijk een heerlijke plaat. Prachtige orkestratie, niet van echt te onderscheiden, maar toch voldoende nadruk op de gitaren. De agressie ligt hoog, de teksten zijn meer dan alleen sword and sorcery geneuzel en de zang is fantastisch. Als Dragonland hiermee niet definitief doorbreekt naar een groter publiek weet ik niet hoe ze het zullen doen. Elk nummer is sterk en draagt bij aan de ervaring van het album. Voor fans van extreem symfonische power metal is dit een must-buy, en hij komt zeker op mijn jaarlijst. Pure klasse.

93/100


Mystic Prophecy – Ravenlord

Bij het horen van de term power metal denken de meeste mensen aan Rhapsody; symfonische arrangementen, flitsende gitaren en teksten over draken, zwaarden en glorie. Mystic Prophecy lapt al deze vooroordelen aan hun laars en knalt een ferme scheut thrash in hun muziek. Het resultaat is een smakelijke mix van agressieve gitaren die toch melodisch en catchy zijn, rauwe zang en teksten over demonen, de dood en andere nare thema’s.

En dus begint het zevende album van deze Grieks/Duitse band met de woest stamende titeltrack. Verassingen hoeven we niet te verwachten, de band weet wat er van hen verwacht wordt en lost die verwachtingen in. Die Now!! Is een woest nummer, met agressieve gitaarpartijen en een dikke lading grunts in het refrein. De stevige meezingers Eyes Of The Devil, Hollow (met ijzersterk refrein) en het met gangshouts doorspekte Endless Fire houden het tempo hoog en de nekken in beweging. De mix is uitstekend en de rauwe zang van R.D. Liapakis komt uitstekend tot zijn recht. Wings Of Destiny is een langzamer nummer en komt het dichst bij de titel van ‘Ballad van het album.’ Gelukkig heeft het genoeg power om dat niet te worden en bevat het album dus geen ballads. Maar het is samen met de mislukte Ozzy cover Miracle Man wel de zwakke schakel in een verder sterke eenheid van nummers. De laatst overgebleven nummers zijn Cross Of Lies, een ferme aanklacht tegen religie, en Reckoning Day. Allebei heerlijke nummers met prachtige riffs. Cross Of Lies bevat weer dikke grunts en Reckoning Day is met afstand de meest thrashy track van het album.

Mystic Prophecy levert kwaliteit. De band weet een ander geluid neer te zetten dan hun collega’s maar klinkt toch vertrouwd. En weer word bevestigd dat progressie onnodig is, zolang er maar goede muziek wordt gemaakt. En Ravenlord bevat meer dan genoeg goede muziek om mij te boeien. Daarom krijgen ze ook een mooie voldoende.

83/100

P.S. Aan de aap die in Aardschok schreef dat de band commercieëler is geworden en ze omschreef als een mix tussen Avenged Sevenfold en Dream Evil; leer eens luisteren.


Hevisaurus – Räyh!

Ja ja, daar zijn de Dinosaurussen weer! Vorig jaar besprak ik ook een album van deze Finse kindermetal band en ik sta nog steeds 150% achter die 95 die ik het gaf. En nu is er wéér een album! Herra Hevisaurus, Komppi Momppi, Muffi Puffi, Riffi Raffi en Milli Pilli gaan er weer 13 nummers tegenaan op de Dinosaurusmanier! Het concept is duidelijk: men neme muzikanten uit bekende Finse bands en stopt ze in enorme Dinosauruspakken. Laat ze niet te lastige heavy metal spelen met teksten over mummies, de hik, dinosaurussen en pizza en je verkoopt platen. En goed ook want de band is een dikke hit in Finland.

Räyh! is het geluid dat een brullende dino maakt in Finland, dus de titel geeft al meteen aan wat je kan verwachten. Het titelnummer is een lekker stampend nummer met een lading toetsen eronder en natuurlijk een pakkende tekst over de band zelf. Het komt allemaal serieus over, maar Pirkolla On Purkka (Google Translate zegt’Pirkolla heeft Kauwgum’) rekent daar meteen mee af. Luchtige toetsen en lekkere jaren ’80 riffs. En dat alles afgemaakt met een heerlijk refrein, lekker meezingbaar voor de kindjes. Katakombi-Zombi gaat over een mummie en is doorwoven met oosters aandoende toetsen.
Kyläluuta is erg jaren ’70 met hammondorgels en met Kaksipäinen Poliisi wordt het tempo omhoog gegooid. Het laatste nummer is verassend agressief voor een nummer dat voor kinderen gemaakt is. Maar het feit dat het over een tweehoofdige politieagent gaat is natuurlijk weer wat toepasselijker.
het kan me niet schelen wat iedereen zegt, Karvainen Aave is gewoon een geweldig nummer met lekkere riffs en een prachtig refrein over een harig spook. De riffs zijn lekker traditioneel maar ik moet vaak aan Journey denken.

Wat Hevisaurus ook goed kan is het schrijven van ballads. Of ze nou over mammoeten, je achtertuin of vriendschap gaan, ze zijn altijd mooi. Ik krijg kippenvel van Laulu Ystävyyden, echt waar. Er zingt een dame mee, en ik denk dat dat toetseniste Milli Pilli moet voorstellen. Grappig.
Viikinkilaivalla Avarutteen gaat over vikingen, yay! Er kan lekker op geheadbanged worden en er zit een Episch Mannenkoor in de bridge. Ik denk wel dat het feit dat de band in het Fins zingt meehelpt aan de beleving van de band. Als ze uit Amerika kwamen en Engels zongen zou ik ze niet zo stoer vinden denk ik. Toch is het jammer dat ik de teksten niet versta, zeker in het geval van Syntäribileet (Verjaardagsfeest) en Vuosisadan Salaisuus (Het geheim van de Eeuw). Het laatstgenoemde nummer is trouwens één van de beste van de plaat. Een lekkere melodie, meezingbaar refrein en de tekst klinkt gewoon leuk.
Afgesloten wordt er met Riffi Raffin Tilubiisi, een monsterdikke thrash song met een tempo dat kinderen niet zouden moeten horen! Het nummer gaat over de ‘lead guitarosaur’ Riffi Raffi, dus aan gitaar geen gebrek. In het refrein versta ik overigens ‘piemel piemel piemel piemel’, dat kan niet kloppen.

Ik heb het vorig jaar al gezegd; deze band is geniaal. Het spelplezier spat ervan af en ook voor de luisteraar is het een leuke band. Niks kinderachtig, gewoon dikke metal! Haat me zoveel je wilt, Hevisaurus heeft weer een dik cijfer in hun zak.

95/100


JUKEBOX

Hevisaurus - Räyh!
Dragonland - The Trials Of Mount Farnor
Mystic Prophecy - Die Now!!
Ancient Bards - To The Master Of Darkness
Pathfinder - The Lord Of Wolves
Pathfinder - Moonlight Shadow (Mike Oldfield Cover)
Armory - Faith In Steel
Juvaliant - On Wings Of Steel
Light Bringer - Resistance
Stormwarrior - Heading Northe
Manticora - From The Pain Of Loss
Thy Majestie - Maiden Of Steel
Aquaria - Skies Of Amazonia
Domine - The Hurricane Master
Kaledon - Surprise Impact
Magic Kingdom - Symphony Of War
Dreamtale - Each Time I Die
Lost Horizon - Pure
Black Majesty - Silent Company

Stay metal! \,,/

woensdag 16 november 2011

That's a lot of doom and depression

Zo daar ben ik weer eens en dit keer met eindelijk het verslag van Heidenfest. Verder heb ik geen zin meer om te typen want ik ben gaar.

REVIEWS

Dream Theater – A Dramatic Turn Of Events

Geen band waar het afgelopen jaar meer om te doen was dan Dream Theater. Het plotselinge vertrek van drummer/bandbrein Mike Portnoy, de vage berichtgeving daarna en het aanstellen van Mike Mangini als vervanger zorgden ervoor dat de Amerikaanse band vrijwel constant in het muzieknieuws was. Een jaar na Portnoy’s vertrek is er het nieuwe, tiende album A Dramatic Turn Of Events.

Ik zeg het meteen maar: een erg goed album. De essentie van Dream Theater is intact gebleven. Lange epossen, extreme virtuositeit van Jordan Rudess en John Petrucci, alles is aanwezig. De intensiteit is wat teruggeschroefd, maar dat komt de nummers zeker ten goede. Het openingsnummer, On The Backs Of Angels is gewoon Dream Theater zoals dat gewoon is. Een tikje commercieëler misschien, maar wel goed. Er is meer ruimte voor de toetsen en James LaBrie krijgt de kans wat meer van zijn stem te laten horen.
Het beenharde Lost Not Forgotten is een prima voorbeeld. Mangini blijft trouw aan de geest van Mike Portnoy. Hetzelfde geldt voor Bridges In The Sky en het monsterlijke Breaking All Illusions.
Daar staat tegen over dat de drie (!) ballads verreweg tot de slechtste en saaiste DT-nummers ooit behoren. Beneath The Surface is nog de beste, met langzame strijkers en James LaBrie’s mooie zang. Ik heb nooit begrepen waarom zoveel mensen een hekel aan hem hebben. Ik vind zijn stem erg mooi en krachtig. Beneath The Surface past echter niet aan het eind van een plaat als dit, als er een ballad minder op stond had hij best in het midden gekund en sloot Breaking All Illusions alles krachtig af.

Dus, er is niet veel aan te merken op deze nieuwe plaat. Mike Mangini zet een uitstekende prestatie neer. En toch voelt alles anders. Mike Portnoy heeft mij als drummer ongelofelijk veel beïnvloed. Ik merkte meteen dat zijn stijl niet aanwezig is op dit album en dat ik soms dacht ‘Portnoy zou hier dit en dit gespeeld hebben.’ Het voelt voor mij alsof er iets mist en dat maakt de plaat minder in mijn beleving. Nou kwam ik er wel achter dat Mangini gewoon speelde wat hij opgedragen kreeg. Ik hoop dat hij op het volgende album meer zijn eigen stijl erin weet te brengen en écht Mike Portnoy kan doen vergeten.
ADToE past mooi naast Awake/A Change Of Seasons/Metropolis. Fans van het latere hardere werk zullen even moeten kijken of het wat voor ze is. Ik raad sowieso aan dat je mijn score niet neemt als uitgangspunt, maar beluister hem zelf. Voor mij speelt de afwezigheid van Mike Portnoy té veel mee in mijn beleving.

84/100

Iced Earth – Dystopia

Iced Earth is al jaren een begrip in het metalwereldje. De Amerikaanse band, geleid door de roodharige opperstrot Matt Barlow bracht met onder andere The Dark Saga en Something Wicked This Way Comes immers een paar klassieke albums uit. Nadat Barlow stopte en weer terugkeerde voor The Crucible Of Man, verliet de man eerder dit jaar wéér de band. Dit keer is zijn vervanger Stu Block, van het Canadese melodisch/progressieve death metalorkest Into Eternity. 

De lage stem van Stu lijkt veel op die van Barlow, maar zijn kopstem heeft meer weg van Rob Halford. Dat is meteen te horen ophet titelnummer, dat de plaat opent. Een stampend marsritme opent het nummer en met een woeste schreeuw laat Jon Schaffer zijn riffs horen. Dystopia staat vol met stevige gitaarriffs, zoals in Boiling Point en V. Dark City bevat een stel hoge koren door Block en een sterk refrein. De thrashinvloed van Iced Earth komt naar boven in Days Of Rage, ondanks de korte duur toch een erg sterk nummer.
Tekstueel gaat dit album over het leven in een staat waar alles beheerst wordt door de regering, wellicht een overblijfsel van Jon Schaffer uit zijn Sons of Liberty project.
Met het licht epische Tragedy And Triumph wordt het album afgesloten. Op de galopperende ritmes en pakkende refreinen kunnen de nekspieren lekker losgegooid worden. Jammer dat het nummer met een fade-out eindigt, er had best een episch einde aan vastgemaakt kunnen worden.
Ook jammer dat de powerballads Anguish Of Youth en End Of Innocence niet helemaal bij de rauwe stem van Block passen.

Met Dystopia kan er weer een prima plaat in de discografie van Iced Earth bijgeschreven worden. De productie is wat te strak en er had meer power in kunnen zitten, maar de nummers zijn van hoge kwaliteit. Sterke solo’s, stevige drums en een veelzijdige zanger, Iced Earth is toe aan een tweede jeugd.

81/100

Mournful Congregation – The Unspoken Hymns

Mournful Congregation is een Australische funeral doom metal band die opereert in de meest depressieve niche van het genre. Diepe grunts en gitaren en uitgesponnen nummers, zoals we dat van Esoteric en Ahab gewend zijn.

The Unspoken Hymns is een compilatiealbum, met vier nummers afkomstig van splits die MC in het verleden met bands als Stone Worship, Worship en Stabat Mater opnam. Het laatste nummer is een cover van de Finse band Thergothon. De nummers zijn wat compacter dan op hun reguliere albums. De gemiddelde lengte ligt zo rond de 8 minuten, met Left Unspoken als uitschieter (het nummer klokt op 10,5 minuten). De depressieve sfeer van de muziek komt goed naar voren en het is de afwisseling tussen lage akkoorden en melancholische melodieën die op The Epitome Of Gods And Men Alike een licht hypnotische werking hebben. Af ten toe doet er een cleane gitaar zijn intrede. Afgezien van Left Unspoken, dat opnieuw is opgenomen, is er niet gesleuteld aan de productie. A Slow March To The Burial klinkt daarom meer alsof het een demo-opname betreft. Het heeft wel zo zijn charme. De diepe grunt van Damon Good krijgt alle ruimte maar klinkt bij vlagen alsof hij fluistert en niet zingt.

Al met al een leuke compilatie, maar niet echt verplicht om aan te schaffen. Als je fan bent van de band en nie in het bezit bent van alle splitalbums is dit natuurlijk wel een fijne aankoop. De nummers zijn funeral doom metal van hoge kwaliteit. Voor echte fans dus leuk, maar de casuele liefhebber spaart het best voor het nieuwe album The Book Of Kings.

72/100

Mythological Cold Towers – Immemorial

Hoe vaak komt het voor dat een band uit het zonnige Brazilië doom metal speelt? Niet vaak, en wat dat betreft is Mythological Cold Towers een unicum. Dit collectief is al actief sinds 1994 en bracht in 2996 hun eerste album uit. De band neemt zijn tijd om albums op te nemen want voorganger The Vanished Pantheon dateert alweer uit 2005.

De sound van MCT doet nog het meest denken aan vroege My Dying Bride; slepende doom met diepe grunts. De muziek is heel melodisch, met droevige toetsen op de achtergrond. Toch verdrinken de nummers niet in hun trage tempo en zijn er genoeg hooks om de luisteraar te pakken. Nadeel is wel dat het tempo gedurende het album behoorlijk hetzelfde blijft en alle songs dezelfde elementen bevatten. Gelukkig zijn de nummers Akakor, Like An Ode Forged In Immemorial Ibez en het prachtig lange The Fallen Race bovengemiddelde nummers. Het titelnummer begint en eindigt met akoestische gitaren en geeft een gevoel van leegte.

Doom metal draait vooral om gevoel en wat dat betreft weet Mythological Cold Towers precies hoe het moet. Immemorial is een doom metal album volgens het boekje, maar er wordt iets té goed vastgehouden aan de regels. Een vermakelijk album, maar wat mij betreft mag het iets gedurfder.

79/100

Heidenfest 2011 – 09-10-2011 – 013 Tilburg

En toen was daar Heidenfest weer. Na de controversiële keuze om vorig jaar het Bathory-tribute gezelschap Twilight Of The Gods te laten headlinen koos Rock The Nation nu weer voor oude vertrouwde namen, een paar vreemde eenden en een nieuwkomer.

Klokslag drie uur betreed Skálmöld het podium. Met het prima debuut Balder op zak wisten de Ijslanders een prima show neer te zetten. Er werdt prima geplaybacked door het publiek, vooral bij Valhöll. Maar ook Upprisa en Kvaðning en Hefnt gingen erin als zoete koek. Een prima optreden van een veelbelovende band.

Todtgelichter viel uit de boot. En goed ook. Het publiek, dat totaal niet zat te wachten op experimentele post-black metal stond er een beetje als zoutzakken bij. Ik herkende zelf geen nummers en eerlijk gezegd kon het me ook niet boeien. Na dit vreemde halfuurtje kon het feest echt losbarsten.

En dat is een understatement want met Trollfest is het altijd gezellig. Wat kunnen deze heren er een feest van maken! Gewapend met accordeon, saxofoon en banjo maakten de Noorse trollen het podium onveilig. Vanaf Der Verdammte Hungersnot transformeerde het publiek in één kolkende massa van mosh- circle- en pogopits. De in schort en muts gehulde zanger Trollmannen leidde zijn bende door fuifnummers als Der Jegermeister, Brakebein en Karve en alles ging los. Met afsluiter Helvetes Hunden Garm kwam er een persoonlijke favoriet en was het eerste hoogtepunt van de dag een feit. Jammer dat de saxofoon een beetje verdronk tussen het gitaargeweld, maar het geluid werd beter naar mate het optreden vorderde.

Arkona viel tegen. Niet dat de Russen er geen feestje van maakten hoor, maar het materiaal van het nieuwe album Slovo is een stuk trager en serieuzer dan op de voorganger. Arkaim zorgde vooral voor zwaaiende haren en Leshiy maakte het feest een beetje los, maar het was as bij Goi, Rode, Goi dat het duidelijk werdt welke nummers het publiek wilde horen. Jammer dat Slovo daarna het tempo drastisch naar beneden haalde. Zangeres Masha is altijd een genot om te zien en te horen en de John Jeremy-achtige bassist Kniaz stond statisch zijn ding te doen. Er was een dame (of heer) meegenomen om de fluitjes te spelen en dat droeg goed bij aan de beleving van het optreden. Toch jammer dat de meeste folkinstrumenten toch nog van de tape komen. Met de hieperactive nummers Stenka Na Stenku en Yarilo kwam er een eind aan een optreden waar meer ingezeten had, maar de performance van de band was zoals altijd perfect.

Dornenreich is altijd het hoogtepunt van elke Pagan- en Heidenfest. Voor mij en mijn vrienden is dat namelijk de eetpauze!

Ja, daar zijn iedereens geliefde piraten weer! Alestorm is altijd een graag geziene gast op dit soort feestjes en vandaag was niet anders. Natuurlijk kregen we de vaste knallers als Wenches And Mead, Captain Morgan’s Revenge en Keelhauled, afgewisseld met nieuwe materiaal, maar de tweede toetsenist zorgde voor de verassing van de avond: het monsterlijk vette Death Throes Of The Terrorsquid! Een lang, episch nummer waarbij Vreth van Finntroll de screams voor zijn rekening nam. Erg gaaf. Maar Alestorm gaat natuurlijk over feesten. En met The Sunk’n Norwegian, Shipwrecked en Keelhauled was er meer dan genoeg gefeest. Het prachtig onnozele Rumpelkombo was een heerlijk toegift. Hoewel de platen van Alestorm niet veel vernieuwing laten horen is een optreden van deze, momenteel Tilburgse, piraten altijd een waar genot.

Met Alestorm achter de rug is het tijd voor puur Fins metaal. En wel in de vorm van Turisas! Turisas weet ondanks een stuk minder feestelijk en folk te klinken wel een zeer professionele show neer te zetten. Met het podium versierd met banieren en onder de oorlogsverf betraden de heren (zonder accordeoniste Netta, maar mét toetsenist) het podium, om meteen maar even vol gas te geven met The March Of The Varangian Guard. Warlord Nygard was perfect bij stem en de band had er zin in. Meteen daarna namen we een duik in de tijd en testte One More de stembanden van het publiek. De hymne Stand Up And Fight werd gebombardeerd tot strijdlied van de dag. Prachtig om al die mensen mee te horen zingen. Verder kregen we het oudje Sahti-Waari en To Holmgard And Beyond. Natuurlijk kan Rasputin niet ontbreken en weer werd de 013 het strijdtoneel van de meest bizarre mix tussen meezingen en moshen ooit. Battle Metal was de afsluiter en liet het publiek hongerig achter.

De honger werd gestilt met de tweede portie Fins metaal. Finntroll. De halfgoden van folk metal hebben een trouwe schare fans achter zich. Meteen begonnen de gemene tegenhangers van Trollfest met Människopesten, woest en met een loepzuiver geluid. Daarna kregen we Kitteldags en Nattfödd, beiden heerlijke Finntroll-nummers. Vreth was prima bij stem en de band had er duidelijk zin in. Na de oudjes Slaget Vid Blodsälv en Midnattens Widunder liet Under Bergets Rot de zaal weer losbarsten. Toen kwamen de onverwachte nummers. De covers van Insects (Oingo Boingo) en The God That Failed (Metallica) kregen een gemengde respons. Op plaat leuke nummers, maar live willen de fans toch de Finntroll nummers horen. Na de covers kwam het laatste trio klassiekers; Trollhammaren, Rivfader en Jaktens Tid. Een prachtig concert met een prima setlist. Zelfs ik ga niet zitten klagen over het ontbreken van Fiskarens Fiende en En Mäktig Här.

Wintersun was de meest geanticipeerde band van de avond. Vrijwel iedereen bleef in de zaal, zelfs na een hele dag murw gebeukt te zijn. Toen de Finnen onder leiding van Jari Mäenpää opkwamen knalden ze meteen in Beyond The Dark Sun. Wat Wintersun neerzette grenst aan het ongelofelijke. Volledig energiek, loepzuiver en prachtig virtuoos speelden ze klassiekers van het debuut. Death And The Healing, Battle Against Time, Winter Madness en Sleeping Stars zorgden voor een paar harde pits. Maar toch milder dan eerder op de dag. Het was gewoon genieten van het optreden. De grote glimlach van Jari en het virtuoze spel van de band zijn een genot voor oog en vooral oor. Natuurlijk was er één nummer waar heel de zaal op wachtte: The Way Of The Fire, een nummer van het constant uitgestelde album Time. En wat een subliem nummer is het! Heerlijke riffs, solos en blasts om je vingers bij af te likken. Met Starchild kwam er een einde aan negen uur metal van de bovenste plank.

Heidenfest 2011 was geslaagd in vrijwel alle opzichten. Er was voor ieder wat wils, het geluid was bij alle bands goed. De pogingen om een diversere line-up in elkaar te zetten mislukte omdat Todtgelichter gewoon niet thuis hoort op Heidenfest. Al met al een heerlijke dag met prachtige bands. Fantastisch.


JUKEBOX

Dream Theater - On The Backs Of Angels
Iced Earth - Dystopia
Mournful Congregation - The Epitome Of Gods And Men Alike
Mythological Cold Towers - Fallen Race
Esoteric - Abandonment

Stay metal \,,/